verloop  Verloop van ondersteuning

Vooraf

Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften loopt de school samen met de ouders en het CLB een handelingsgericht diagnostisch traject (HGD). Hierbij wordt onderzocht welke bijkomende inzet van middelen, hulp of expertise voor de school of de leerling wenselijk en nodig is.

Als uit dit traject blijkt dat de genomen maatregelen onvoldoende antwoord bieden aan de nood die er is en de vraag zich in fase 2 of 3 van het zorgcontinuüm bevindt, kan het CLB een Gemotiveerd Verslag of Verslag M-decreet opstellen. Dit is nodig om ondersteuning te kunnen aanvragen. Er zijn enkele handvatten die het CLB hanteert bij de opmaak van Gemotiveerde Verslagen.

 

De ondersteuning gebeurt in verschillende fasen

De aanmeldingsfase: 

  • Na de opmaak van een Gemotiveerd Verslag of een Verslag M-decreet door het CLB, doet de school een aanvraag tot ondersteuning bij het zorgloket (voor alle types). Het zorgloket stuurt voor de types 2, 4, 6 en 7 de aanmelding door naar de expertiseschool. 
  • De school vult hiervoor het digitaal aanmeldingsformulier in. Dit aanmeldingsformulier wordt opnieuw ingevuld bij inschrijving in een nieuwe school en bij een heropstart na een tijdelijke stopzetting.
  • Voor de types 2, 4, 6 en 7 moet de school ook nog aanmelden bij Discimus. Dit dient elk schooljaar te gebeuren.
  • Wanneer een school een nieuwe leerling met een Verslag M-decreet inschrijft onder ontbindende voorwaarden, moet eerst de afweging gemaakt worden of de leerling mee kan in het gemeenschappelijk curriculum of via een IAC. Dit gebeurt binnen de 60 kalenderdagen. Het is heel belangrijk om dan toch al ondersteuning aan te vragen!
    Wanneer er bij een leerling gewijzigde noden zijn doorheen het schooljaar (omzetting van een Gemotiveerd Verslag naar een Verslag M-decreet), is het ook belangrijk om de juiste procedure te volgen.
  • Let op! De school moet dus goed nakijken of de leerling een Verslag M-decreet of een Gemotiveerd Verslag heeft. Bij een Verslag M-decreet volgt de school de juiste procedures. Voor ondersteuning hierbij kan de school terecht bij de CLB-medewerker, de netwerkcoördinator met specifieke opdracht IAC, de competentiebegeleider en de netwerkcoördinatoren. (Hun contactgegevens vind je hier.)
    Meer info over een IAC vind je op de PRO-website van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. 

De opstartfase: 

  • De opstart vindt pas plaats wanneer het Gemotiveerd Verslag of Verslag M-decreet zichtbaar is in IRIS en toegankelijk is voor het ondersteuningsnetwerk.
  • Er vindt een opstartgesprek plaats met de verschillende partners. 
  • We proberen de hulp- en/of leervraag van de school en/of leerkracht helder te krijgen. 
  • We formuleren concrete doelen.
  • Al van bij de start van de ondersteuning wordt samen met de partners de mogelijke frequentie, intensiteit en duur besproken. De ondersteuning blijft niet automatisch een volledig schooljaar doorlopen en zal misschien niet elke keer op dezelfde manier ingevuld worden.
  • De ondersteuner vult het ondersteuningsplan in en bezorgt dit aan de school. Vanuit de school wordt het bezorgd aan de andere partners.

De ondersteuningsfase:

  • We gaan aan de slag met de leerling, klas, leerkracht en/of het team. 
  • De ondersteuning is flexibel en op maat op het vlak van frequentie, intensiteit en inhoud, afgestemd op de hulp- en/of leervraag. Ook tijdens het traject kan deze ondersteuning aangepast worden.
  • Er wordt op geregelde en afgesproken tijdstippen geëvalueerd. 
  • Na het evalueren van de doelen, hulp- en leervragen kan gekozen worden voor:
    • Verderzetting: de doelen, inhoud, frequentie, intensiteit kunnen eventueel bijgestuurd worden.
    • Tijdelijke stopzetting: wanneer de leerling/leerkracht/school zelfstandig aan de slag kan met de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Een heropstart is enkel mogelijk na overleg tussen de school en het CLB.
    • Volledige stopzetting: wanneer de doelen van de ondersteuningsvraag bereikt zijn en de school autonoom aan de slag kan met de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. In dat geval wordt samen beslist om het GV of V op te laten heffen door het CLB. Alle partners zijn betrokken bij deze beslissing. 
  • Voor nog lopende ondersteuningen vindt aan het einde van het schooljaar een eindevaluatiegesprek plaats met de verschillende partners i.f.v. het nieuwe schooljaar.
  • In de loop van de ondersteuningsfase houdt de ondersteuner het dossier van de leerling bij in het ondersteuningsplan. Er wordt op geregelde en afgesproken tijdstippen geëvalueerd. Dit wordt ook aangevuld in dat plan. Het document wordt bezorgd aan de zorgcoördinator/leerlingenbegeleider. 

De (tijdelijke) stopzetting: 

  • Na overleg met alle partners kan er overgegaan worden tot een (tijdelijke) stopzetting. De school vult hiervoor het follow-upformulier in van het juiste knooppunt. Deze procedure geldt voor alle types. 
  • Indien er een nieuw Gemotiveerd Verslag of Verslag M-decreet wordt opgemaakt onder een andere typologie, moet eerst het follow-upformulier ingevuld worden. Nadien wordt er opnieuw aangemeld met het nieuwe Gemotiveerde Verslag of Verslag M-decreet. 

De heropstart (indien nodig):

  • Voor er een heropstart kan zijn, moet er een overleg tussen de school en het CLB plaatsvinden om de ondersteuningsnood terug helder te krijgen.
  • De school doet terug een aanmelding bij het zorgloket. Bij de ‘opmerking’ moet de ondersteuningsvraag vermeld worden.

 

Overgangsmomenten

 Welke acties moeten er ondernomen worden bij de verschillende overgangen?

  • Bij de overgang van kleuter naar lager onderwijs: De ondersteuning kan automatisch verder lopen na een evaluatie.
  • Bij de overgang van lager naar secundair onderwijs: Er moet opnieuw contact opgenomen worden met het CLB, als uit de evaluatie blijkt dat verdere ondersteuning nodig is. Er moet dan een nieuw GV/V opgemaakt worden, omdat het bestaande GV/V geen waarde meer heeft bij de overstap. De secundaire school moet een nieuwe aanmelding doen. De lagere school moet het follow-up-formulier invullen.
  • Bij de overgang naar een andere school: De oude school vult het follow-up-formulier in en de nieuwe school doet een nieuwe aanmelding. Dit geldt ook voor de overgang van een autonome kleuterschool naar een lagere school en binnen het secundair bij de overgang van een autonome onderbouw naar een bovenbouw (o.w.v. ander instellingsnummer).
  • Bij de overgang naar het hoger onderwijs: Indien een student bij de overstap van secundair naar hoger onderwijs of in de loop van zijn studieperiode in het hoger onderwijs van ondersteuning gebruik wenst te maken, neemt hij/zij contact op met het aanspreekpunt zorg van de instelling die te vinden is op de website van het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO).

 

Meerinfoomzendbrief

Wil je de wettelijke regels en afspraken i.v.m. met de ondersteuning nalezen, dan kan je dit best doen in de omzendbrief ‘Het ondersteuningsmodel in het basis- en secundair onderwijs en in het hoger onderwijs’. Dit is de rechtstreekse link.